GLAS DOOR DE EEUWEN HEEN

Ongeveer 4.000 jaar geleden is, waarschijnlijk in Mesopotamië (het huidige Irak), ontdekt hoe men glas kon maken. Kleine glazen voorwerpen werden vervaardigd door glasdraden rond een kern van klei aan te brengen waarna het geheel egaal glad werd gerold op een platte steen. Dit wordt de kernglastechniek genoemd.

De Grieken hebben deze techniek vervolgens overgenomen en verder verbeterd, maar het waren de Romeinen die ontdekten dat met glas veel meer gedaan kon worden op het moment dat men er achter kwam dat glas uitgeblazen kon worden. De oudste bewijzen daarvan zijn in Jeruzalem gevonden en worden gedateerd in het eerste deel van de eerste eeuw voor de jaartelling. Waarschijnlijk rond het jaar 70 AD hebben Romeinse glaswerkers de metalen blaaspijp ontdekt waardoor de mogelijkheden onbeperkt zouden worden en er zelfs al een vorm van standaardisatie kon worden toegepast.

Het centrum van de vroege glasindustrie was gevestigd in het oostelijk Middellandse Zeegebied en specifieker, het huidige gebied van Libanon, Syrië en Israël. In dat gebied waren tal van glaswerkplaatsen gevestigd die vaak hun eigen specialisme hadden. Van daaruit trokken waarschijnlijk Syrische glasblazers naar Alexandrië, Rome, Noord-Italië en verder richting Keulen, Nijmegen, Tongeren en het noorden van Frankrijk. Ze speelden duidelijk in op de ontstane vraag. 

Het is ongekend waartoe men 2.000 jaar geleden in staat was. Dat nu kunt u, als bezoeker van het Patriciërshuis, met eigen ogen zien in deze fraaie tentoonstelling. Het glaswerk dat getoond wordt is afkomstig uit zes privé collecties en begint met zeer vroege voorbeelden uit de 6e eeuw voor Chr. Deze worden gevolgd door ruim 120 Romeinse glasobjecten, gedateerd 1e – 5e eeuw AD en via de Merovingische periode komt u uiteindelijk in Venetië uit. De uitgebreide collectie aan glasvoorwerpen wordt afgerond met een champagneglas uit 1923. Een deel van de Romeinse glasvormen wordt in samenhang met Romeinse munten getoond waardoor gezien kan worden welke vorm er tijdens de regeringsperiode van een bekend of minder bekende Romeinse keizer werd gebruikt.